Interview met Thomas Pirard: “We moeten nu de kans grijpen om met CPP een transitie in te zetten”
Thomas is medewerker bij Unizo en jongste lid van de Raad van Bestuur van Exchange vzw sedert 2020. Hij geeft zijn visie weer met enkele kanttekeningen over duurzaamheid en de kansen die te grijpen zijn bij het pilootproject CPP.
Niet dat er zoveel mensen binnen onze organisatie actief bezig zijn met Noord-Zuid-werking, maar velen hebben wel degelijk aandacht voor. Exchange is één van de weinige organisaties die tegelijk voor het ondernemerschap aandacht heeft, en onder meer werkgelegenheid als een kans ziet voor het Zuiden.
We moeten een beetje af van de geefcultuur, daar is het Zuiden ook niks mee. De toekomst is het leggen van samenwerkingsverbanden waarbij zowel Noord als Zuid winsten en kansen ontdekken. Daar wordt soms nog wat meewarig naar gekeken, maar er is helemaal niks mis met die insteek. Ik geloof in een een duurzame relatie waarbij partners op basis van gelijkwaardigheid het ondernemerschap, in Noord en Zuid durven versterken. Het is te weinig om enkel in de maand december wat geld te geven aan het Zuiden, we moeten vooruitkijken en matchen zoeken tussen bedrijven en kleine ondernemers.

Voor veel mensen is het Zuiden zeer ver, ook in de geesten, maar dat hangt af van sector tot sector. Een chocolatier zal bijvoorbeeld sneller geïnteresseerd zijn, omdat het product er zich meer toe leent. Je zult niet elke ondernemer kunnen motiveren.
De combinatie van ondernemerschap, expertise en participatie vind ik terug in het pilootproject CPP. Het biedt veel kansen om het terrein te verkennen, en te ontdekken wat mogelijk is. Wij verwijzen naar Afrika met een groot economisch potentieel, wat niet betekent dat er geen aarzelingen zijn. Bepaalde landen zijn stabieler dan andere, en voor investeringen is dit altijd een belangrijk issue geweest.
Ook de druk vanuit Europa om duurzamer te werken, wat je zeker moet behartigen indien je nu reeds in Afrika aanwezig bent en onderneemt. Soms is die druk zeer groot voor ondernemers om alles zo goed mogelijk te managen: impact op klimaat, mensenrechten, transport... Zeker voor heel kleine bedrijven zorgt het ervoor dat het moeilijk bij te houden wordt, al is er een zeer groot geloof dat duurzaamheid loont. Maar een groter bedrijf heeft meer mogelijkheden om die checks te maken, in tegenstellingen tot een kleinschaliger bedrijf.
Exchange is ergens zijn tijd voor, maar ik ben vooral blij met de recente wendingen die meer opties genereren voor een ondernemende toekomst tussen Zuid en Noord.
Technologie en innovatie kijken om de hoek van zodra de omstandigheden gunstig zijn. Een ondernemer zal pas dan investeren, want die opportuniteiten zijn een voorwaarde. Dat is een economische wetmatigheid en dit is van alle tijden. Op die manier kunnen je de mensen ook meekrijgen in het verhaal.
Uiteraard is er de positieve realiteit waarbij consumenten kritischer geworden zijn, en zich vaker afvragen waar een product vandaan komt, en onder welke omstandigheden het gemaakt werd.


Duurzaam zijn mag voor die consument iets kosten, en daarom is de tijdsgeest gunstiger voor een ondernemer om te durven investeren, zelfs als het product iets meer zou kosten. De consument duwt harder en zorgt eigenlijk zelf voor de broodnodige evoluties. Uiteraard mogen die acties niet te hard zijn, want dan fnuik je opnieuw het enthousiasme van een ondernemer. Het is goed dat er een toekijkend oog is, maar ondernemerschap verdacht maken is een slechte zaak, voor Zuid en en Noord.
Ik hoop dat Exchange meer zelfbedruipend wordt, en CPP is daar een antwoord op. Deze periode is daarom essentieel om die kans te grijpen, en om Exchange langzaam om te vormen tot een organisatie die, weliswaar beschermd, zelf een duurzame toekomst krijgt. Expertise heeft een prijs en Exchange hoeft niet beschaamd te zijn er ook een prijs voor te vragen die winst oplevert voor alle partijen.
