Vol goede moed verder doen!

Karel Huysmans is de stichter van Exchange vzw. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan wou hij, met ons, zeer graag delen hoe onze organisatie tot stand kwam, waar de prioriteiten toen lagen, en hoe hij de toekomst ziet:”Het liefste zie ik Exchange op lange termijn overbodig worden. Elke organisatie zoals de onze zou dat verlangen moeten koesteren. Maar dat enkel als we de handen in elkaar slaan met gelijkgestemde partners”, aldus de stichter.

“Het idee ontstond in Nederland, waar ik werkte voor V.N.U. (Verenigde Nederlandse Uitgevers), wat de grootste uitgeverij was van publiekstijdschriften (Libelle, Flair, Story, Humo). Via mijn contacten in Nederland kwam ik uit bij NMCP (beter bekend als PUM).

Op hun vraag reisde ik in 1998 richting Ethiopië, net na de revolutie. Er was veel werk maar ik hielp hen bij de ontwikkeling van het mediagebeuren, met een bijkomende doelstelling het marktgericht denken te integreren binnen de werkzaamheden.

Op een zondagmiddag op mijn hotelkamer kwam ik tot de ontdekking dat ik goed opschoot met deze mensen, en ik vroeg me af of ik me niet vergaloppeerde. Maar na wat mijmeren werd het me helder dat vooral mijn ervaringen in de wereld van de uitgeverijen de voornaamste reden was dat samenwerken zo vlot verliep. Mijn expertise bleek een middel om die banden te smeden.

De tweede opdracht ging richting Zimbabwe waar ik me nog meer bewust werd van het feit dat we het werk niet zelf moesten doen, maar dat we kennis moesten overdragen, zodat ondernemers in het Zuiden zelf beslissingen kunnen nemen. Een tweede vaststelling was de onvoorstelbare creativiteit in Afrika, ondanks alle drempels en zorgen. Wanneer er kansen zijn gaat men er op in, met de middelen die zij hebben. Dat opende mijn blik, want hier viel iets te leren voor mezelf.

Ook de mobiele telefoon, die plots overal opdook – tot in het kleinste dorp – had een enorme impact. Afrika zag plots de wereld zoals hij bij ons bestond. Er groeide een zelfbewustzijn en een verlangen om op een andere manier de toekomst in handen te nemen.

Daar maakte ik de reflectie dat werkgelegenheid creëren erg belangrijk zou worden, zodat er een bepaald niveau van welzijn kon georganiseerd worden. In samenwerking met het Noorden? Ja, maar dan op gelijkwaardige basis, met respect voor eenieders eigenheid en specifieke kwaliteiten.

Thuisgekomen vond ik het logisch na te denken of België ook niks kon doen. Schouder aan schouder leren van elkaar, om zo jezelf en de ander te versterken. Op hetzelfde moment stelde de PUM mij de vraag om een project te ontwikkelen op die basis in België waarmee ze konden samenwerken. Ik ging met dit idee aan de slag. In 2001 kreeg mijn idee echter niet onmiddellijk voet aan de grond, er waren veel vragen maar het geld vond ik niet.

Enkele nationale organisaties wilden eerst geen financiële ondersteuning bieden bij uitzondering van het VKW (nu Etion). Ze gaven geen geld, maar ruimte,dachten mee en spraken hun relaties aan. Dat was de eerste stap.

Daarna ben ik in contact gekomen met Incofin, die projecten had in verschillende landen, en dus ook medewerkers met wie ik contacten kon opbouwen. Ook “Ingenieurs Zonder Grenzen (IZG)” vond ik op m'n weg, en ze waren heel enthousiast.

Met die partners ging ik naar de overheid, maar ik kreeg gedurende twee jaar lang weinig tot geen gehoor. Bij het kabinet van Vlaams minister Paul Van Grembergen – de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking – beloofde ik tien projecten te realiseren binnen het jaar. Hij zei “ja” op dit voorstel. We kregen eindelijk een basis om te starten. Die start hebben we gerealiseerd met Incofin, die niet alleen hun contacten uit het Zuiden inbrachten, maar ook een verantwoordelijke detacheerde, Mieke Winne.

Exchange bestond toen nog uitsluitend uit vrijwilligers die hun kennis wilden delen, maar nu is onze organisatie geëvolueerd. Nu zijn het experten die op vrijwillige basis hun inzet tonen in het Zuiden. Een belangrijke en goede transformatie volgens mij.

Tien jaar na de oprichting stelden we echter vast dat er toch ook oneigenlijk gebruik was, en dat sommige vrijwilligers niet deden wat ze moesten doen. Dat was geen gemakkelijke periode in onze geschiedenis. We hebben daar snel komaf mee gemaakt. Daarna besloot ik toen dat het tijd was voor vernieuwingen, waarop ik na tien jaar de fakkel doorgaf. Dirk Vyncke kwam toen aan het roer als voorzitter van de Raad van Bestuur. We zijn toen afgestapt van het projectmatige werken. De inspiratie van huidig directeur Frank Foulon, om te kiezen voor trajectmatig werken, bracht een nieuwe wind in de organisatie.

 

Het voordeel van “trajectmatig” werken was en is dat we bij iedere stap andere mensen betrekken. In het begin van een project heb je gewoonweg andere noden, en dus andere mensen nodig.

De openheid vanuit het Vlaamse bedrijfsleven was toen niet groot en is nog steeds niet evident, maar ik ben positief gestemd. Waar ondernemers vroeger meer gericht waren op winstmaximalisatie, kiezen ze nu meer voor een combinatie van “winst, duurzaamheid en gedeelde expertise”. Met andere woorden: “ondernemers in het Noorden die kiezen voor Exchange, en dus voor samenwerking met Afrikaanse ondernemers, geloven in de unieke kwaliteiten van het Afrikaanse ondernemerschap”. Ze zien daar, terecht, kansen in voor zichzelf en het Zuiden.

Ik ben nog steeds actief en ik ben uiteraard zeer trots op wat iedereen in dit verhaal bereikt heeft. Mijn grootste hoop is dat er de komende jaren een platform kan ontstaan van gelijkgezinde organisaties. Zonder onze eigenheid te verliezen is dat de beste weg die we kunnen gaan. Daarnaast hoop ik dat we de overheid en het bredere bedrijfsleven kunnen overtuigen van deze vorm van Zuid-Noord-werking.

Aan alle mensen die vroeger en nu meewerkten geef ik graag deze boodschap mee: “we zijn succesvol, ik geloof in de manier waarop we bezig zijn, maar mijn diepste wens is dat we op langere termijn onszelf overbodig kunnen maken. Dat zou eigenlijk de doelstelling van elke organisatie als de onze moeten zijn. Proficiat met jullie inzet en laten we samen verder bouwen aan dit mooie verhaal.”

Bedankt Karel Huysmans. Samen met hem willen we het komende jaar vieren en verder werken. Samen met jullie bouwen we verder aan dit boeiende verhaal!